We zijn in Greystones, een welvarend dorpje een dertigtal kilometer van Dublin, in de schaduw van de Wicklow Mountains. Hier nog niet te veel tekenen van de crisis, alles hier wijst erop dat je bij de welgestelden bent: mooie winkels, de betere merken, duurdere auto’s…
We zijn hier terechtgekomen in een spiksplinternieuwe haven: nog maar zes weken open. Volledig gebouwd met privemiddelen: 75 miljoen euro voor de haven, die als ze volledig zal zijn uitgebouwd, plaats zal bieden voor 250 boten. Het is duidelijk dat je die investering er nooit uit haalt met de prijs van de ligplaatsen. Eigenlijk is het vooral een immobilienproject: de investering in de haven wordt terugverdiend met de bouw en de verkoop van woningen en winkels rond de haven. Voor de crisis verwachtten ze met het vastgoed zo’n 400 miljoen binnen te halen, nu is dat bijgesteld tot zo’n 250 miljoen. En dat dan nog op voorwaarde dat de economie weer wat aantrekt, maar de voortekenen zijn blijkbaar wel positief.
En hier liggen we dus, in een nog niet afgewerkte haven, als eerste bezoeker van ‘the continent’. Het heeft ons nog een fles zeer behoorlijke Bordeaux opgeleverd, die we hebben geledigd op de gezondheid van de manager van het bedrijf. Die bleek overigens een gemeenschappelijke vriend te hebben met Jan, de wereld van de zeilbotenverkoop is nu eenmaal klein.
De tocht naar hier was overigens zeer fijn zeilen: volop zon, de wind weliswaar op kop, maar de stroming mee, en dan valt opkruisen nog wel mee. Het begon met veel wind, in de vlagen meer dan dertig knopen, maar daarna matigde het wat en was het zeer leuk zeilen. De aanloop van de haven was nog wel een beetje spannend, want ze staat gewoon nog niet op de kaart, dus was het een kwestie van goed uitkijken en de dieptemeter in het oog houden.