Gisteren in Arklow aangekomen na een tocht die gedomineerd was door de stroming. Langs deze kust staat met springtij tot 4 knopen stroom, je kunt er dus maar beter gebruik van maken, zeker nu het springtij is.

Dus vroeg opgestaan om maximaal van de stroom te kunnen profiteren. Veel wind was er niet, dus maar weer op motor, maar zes knopen door het water werd meteen al acht knopen over de grond, en dan gaat het goed vooruit. De boeien schoten echt aan ons voorbij. Later in de voormiddag kwam er toch genoeg wind om te zeilen en gingen we soms zeven knopen door het water en tien over de grond.

De kust was eerst erg laag, bijna zoals we die kennen van bij ons, maar gaandeweg kwamen er meer heuvels en kreeg je een prachtig spel van licht en schaduwvlekken door de wolken boven de heuvels. Meteen een totaal andere omgeving om in te zeilen, je blijft kijken.

Onderweg ook nog een bruinvis gezien, maar bruinvissen zijn anders dan dolfijnen, die komen niet naar de boot kijken. Jan heeft verder ook nog een erg spitse rugvin gezien op een grotere afstand, mogelijk een orca, want die zitten hier en hebben erg hoge, spitse rugvinnen. Maar zeker zijn we niet.

De haven van Arklow is een riviermonding met wat oude en vervallen fabrieken, een dok met vissersboten en wat boten voor het onderhoud van het windmolenpark op de zandbank hier voor de deur. Er is ook een piepklein dokje dat de grootse naam marina draagt, er kunnen 50 boten in en het ligt nokvol. Voor ons was er geen plaats meer, wel aan een bezoekerssteiger in de rivier. Het was even spannend in verband met de diepgang, maar we zijn er toch kunnen gaan liggen. Het leek rustig, maar in de loop van de nacht begon de boot steeds meer te deinen en aan zijn landvasten te rukken. De wind was namelijk naar het noorden gedraaid en aangewakkerd, en daardoor loopt er nu een vervelende deining binnen, waarop we liggen te schommelen. Die deining is zo hoog in de havenmond, dat het niet verstandig zou zijn uit te varen. Dus liggen we hier nog een dagje, morgen zou er minder wind en dus minder deining moeten zijn.

Als stadje stelt Arklow niet zoveel voor, zo’n typisch Ierse plattelandsgemeente. Teken van de vooruitgang van de afgelopen jaren is wel het complex van lage appartementsgebouwen rond de marina, en een groot, modern en nogal misplaatst shoppingcomplex annex bioscoop ernaast. Gebouwd in de periode dat de bomen in Ierland tot in de hemel leken te groeien, het Celtic Tiger verhaal, maar intussen is de zeepbel gebarsten en hoe dat nu allemaal rendeert, is maar de vraag.

Vanmiddag al een fijn gesprek gehad met een koppel Ieren op een andere boot, en ook zij hebben de crisis aan den lijve ondervonden. Hij had een bouwbedrijf, kocht gronden, bouwde gebouwen en verkocht die met waarschijnlijk een leuke winst. Twee jaar geleden is dat helemaal stilgevallen en heeft hij zijn bedrijf opgedoekt. Hun zoon en schoondochter zijn geemigreerd naar de Canarische eilanden, waar zij vandaan kwam, en proberen daar nu een leven op te bouwen. En de  verhalen blijjven komen, van mensen die een hypotheek nemen op hun nieuwe huis voor de volledige waarde, maar twee jaar later is het huis nog de helft waard en kunnen ze het niet eens verkopen. En zelfs als dat lukte, hadden ze nog niet genoeg om de hypotheek af te betalen. Je wordt er niet vrolijk van, maar ze hopen nu toch weer het diepste van de crisis achter zich gelaten te hebben. We hopen het met hen.