Zaterdagmorgen is de wind zoals verwacht voldoende gaan liggen om te vertrekken. We hebben eens goed naar de verwachtingen voor de komende dagen gekeken, en beslist om de geplande tussenstop in Milford Haven, Wales, maar over te slaan en in een ruk naar Ierland over te steken. We hebben een venster van 36 uur goed weer en wind uit de goede richting, daarna wordt er weer veel wind op kop voorspeld en zouden we vast kunnen liggen in Wales.
Bij het vertrek uit Newlyn proberen we wel te zeilen, maar veel wind is er niet, en bij de eerste kaap moeten we al recht in de wind, dus gaat de motor weer aan. Wind is er overigens nauwelijks, wel nog wat deining van de voorbije dagen en voor Land’s End staan er nog flinke golven, maar niets problematisch. Mooie verzameling rotsen, daar voor Land’s End, ze hebben er terecht een flinke vuurtoren op gezet.

Wind is er intussen nog nauwelijks, dus blijven we motoren. Als we goed en wel het hoekje om zijn bij Land’s End, ligt het volgende waypoint 100 mijl verderop, bij de Ierse kust. In de loop van de dag zou de wind naar het westen tot zuidwesten moeten draaien, dus dat belooft fijn zeilen. Veel scheepvaart is er niet meer te zien, en op twee andere jachten na die dezelfde kant opgaan, is de zee leeg.
‘s Avonds is er nog altijd geen wind, dus blijven we rekenen op de diensten van meneer Diesel, maar er komt wel plotseling afleiding: dolfijnen! De eerste zien we nog op een afstand, ze zijn duidelijk aan het jagen. Blijkbaar drijven ze de vis waarop ze jagen naar de oppervlakte, want boven de dolfijnen hangen een aantal meeuwen die regelmatig duiken en ook hun visje meepikken. We zien een drietal jagende groepjes, die geen enkele aandacht aan ons besteden. Maar een tijdje later is het etensuur blijkbaar voorbij, en plotseling duiken de dolfijnen wel vlakbij de boot op. Een zestal blijft een tijd met ons meezwemmen, achter de boot, dan vlakbij de boeg, onder de boot door, springen, ze tonen volop hoe behendig ze zijn. Af en toe gaat er eentje op zijn zij zwemmen en dan heb je echt het gevoel dat ze je aankijken en bestuderen.
Na een kwartiertje verdwijnen ze weer, en laten ons achter met een fantastisch gevoel: er is niets dat me zo goed gezind maakt op zee als dolfijnen bij de boot. In de loop van de nacht en ochtend krijgen we nog verscheidene keren dolfijnen op bezoek, altijd weer heerlijk!
Intussen blijven we wel wachten op de voorspelde wind en dus blijft de motor het werk doen. De nacht valt, we delen de wachten in en varen door. Slapen lukt goed, de boot beweegt nauwelijks op een zee als een spiegel, met nauwelijks nog een deining. Wie wacht loopt, heeft weinig te doen, want scheepvaart zien we niet. Proberen warm te blijven, want het is wel bitter koud. Even komt de beloofde wind erdoor en kan de motor af. Zeilen over een gladde, rimpelloze zee in het licht van de volle maan, hoe romantisch kan het worden?


15 graden warmer zou nog heel wat romantischer zijn, maar we gaan toch niet zeuren zeker.Helaas duurt het plezier niet te lang, want na anderhalf uurtje zakt de wind weer helemaal in, en moet de motor weer aan.
Tegen een uur of acht beginnen we de eerste tekenen van Ierland te zien, vage silhouetten die de eilandjes blijken te worden waar we op mikten. Nog wat dolfijnen erbij om ons te verwelkomen en zo komen we met stralend blauwe hemel voor de Ierse kust.
Kilmore Quay is een piepklein vissershaventje, dat in de jaren negentig met Euroepese subsidies is uitgebouwd: uitgebaggerd, nieuwe havenmuren, enkele tientallen vissersboten en twee steigers voor jachten, een zeventig plaatsen in totaal. We hebben net nog voldoende getij om door de ingang te komen, want die is blijkbaar niet mee uitgebaggerd.
Vandaag maandag laten we een nieuw pak wind en regen overwaaien, morgen proberen we weer verder te komen.