Geen zeilweer vandaag, opnieuw niet. 6 tot 8 Beaufort uit het noorden, dus toerisme op het programma. Een busticket waar we de hele dag mee langs de bezienswaardigheden van deze hoek van Cornwall kunnen.

Eerste halte het telegraafmuseum in Porthcarno. Hier zijn namelijk in de jaren 1860 de eerste onderzeese telegraafkabels aan land gebracht en zo is het plaatsje uitgegroeid tot het wereldknooppunt van telegraafverbindingen. Een echte eye-opener, niet alleen om de pure verwezenlijking met de techniek van die tijd een telegraafkabel dwars over de Atlantische oceaan te trakken, en daarna zelfs naar India en Australie, maar vooral ook om de politieke drijfveer ervan: die communicatie maakte het mogelijk om het British Empire veel sneller en efficienter te besturen en om veel makkelijker handel te drijven met dat wereldomvattende rijk.

Rond 1900 werden die belangen bedreigd door de jonge Italiaan Marconi, die letterlijk een baai verderop aan het experimenteren was met draadloze telegrafie over de radio. Uiteindelijk lukte het hem om een verbinding met de VS te maken en dreigde de kabel van het voorplan te verdwijnen. toen gebeurde wat er in die omstandigheden wel eens vaker gebeurt: de oude heerser sluit een deal met de nieuwkomer: Cable and Wireless zag het licht. De kabel bleef zijn plaats houden, onderandere omdat die communicatie niet zo makkelijk te onderscheppen was als radio, en dus voor het leger van strategisch belang was. En de dag van vandaag liggen er zo mogelijk nog meer kabels, maar dan glasvezelkabels die de wereld omspannen met telefoon- en internetverbindingen.

The Longships Lighthouse bij Land's End
The Longships Lighthouse bij Land’s End

 

Na deze leerrijke stop hebben we het kustpad genomen en een stevige wandeling gemaakt naar Land’s End. Een kilometer of  tien, hoofdzakelijk tegen de stormachtige wind in, met prachtige zichten over baaien, klippen, rotsen en vuurtorens, en natuurlijk de zee, die behoorlijk wild was en ons tevreden stemde dat we niet uitgevaren waren. Op dat pad werden we plotseling geconfronteerd met een slang van een kleine halve meter: het beest had liggen zonnen en schrok al evenzeer van ons als wij van hem. Hij verdween snel tussen de struiken, maar we hebben hem wel zeer goed gezien en we zijn er zo goed als zeker van dat het een adder was. Jammer genoeg was ik niet snel genoeg om er een foto van te maken.

Land’s End zelf is een beetje een afknapper. Ze hebben er een totaal stijl- en smakeloos bezoekerscentrum neergezet, echt een vloek op zo’n mooie plek. Te veel Disney, veel te weinig Cornwall.

 

Land's End, het meest westelijke punt van het Britse vaste land
Land’s End, het meest westelijke punt van het Britse vaste land

De  dag nog afgerond met de rest van de rondrit met de bus, langs de ruwe noordkant van de punt van Cornwall. Ook nog tot de conclusie gekomen dat er  hier in dit seizoen twee soorten toeristen te vinden zijn: gepensioneerde Duitsers die komen wandelen en 18-jarige Japanse meisjes die in groepjes van vier-vijf rondfladderen.

Morgen moet het weer eindelijk veranderen: de wind moet vallen en naar het westen of het zuidwesten draaien, en dat zal voor ons het moment zijn om de oversteek naar Ierland te maken, zo’n 150 mijl, dikke 24 uur varen dus. Een nachtje doorbijten met deze temperaturen, dat belooft. Ik leg alvast,mijn warmste thermisch ondergoed, mijn dikste fleece en muts en handschoenen klaar.