
Het doet pijn, maar we moeten stilaan weer afscheid nemen van de wateren van de Hardangerfjord. Leentje komt een weekje meezeilen, en we willen haar in Haugesund oppikken.
Als afscheidscadeautje biedt de Hardanger ons een stralend blauwe dag, met prachtige vergezichten over de fjord en de bergen errond. We krijgen nog een keertje de gletsjers en de toppen in volle glorie te zien.


Tru is net met de verrekijker een berg aan het bekijken, als er een vogel door haar beeld vliegt. Het blijkt een visarend te zijn, die met een vis in zijn klauwen op weg is naar zijn/haar kroost. De Hardangerfjord had tot nog toe weinig fauna opgeleverd, maar deze arend maakt veel goed.




’s Avonds vinden we een ligplaats in een klein haventje op Borgundoya, een eilandje dat helemaal blijkt te leven op het ritme van de veerboten.





Bij de aanlegplaats is er een winkeltje zoals vroeger: een kruideniertje waar je verder ook alles kunt vinden, gerund door een schattige oude dame die graag haar Duits uitprobeert op Tru.




De volgende dag gaan we door naar Haugesund, waar Leentje aan boord komt. Haugesund is een merkwaardig stadje: veel houten huizen verspreid over twee eilandjes, en je vaart er dus gewoon dwars door, alsof je door de hoofdstraat vaart. Het is er wel heel druk liggen aan de terrassen, waar tot laat in de nacht gedronken en gefeest wordt.




We trekken dus maar even verder, door een doolhof van rotseilandjes, naar een mooi en afgelegen baaitje waar de zeilvereniging van Haugesund een haventje heeft. Hier is het helemaal uitgestorven.



