
In de 19de eeuw is hier in Sundal een weg aangelegd tot aan het gletsjermeer: de Isvegen, de ijsweg. Langs de weg sjouwden mannen en vrouwen grote ijsblokken op hun rug naar beneden. Die werden per schip uitgevoerd voor gebruik in hotels en huizen van welgestelden.

Ook in de 19de eeuw heeft een Duitse filantroop een bergpad laten aanleggen. Hij was zo onder de indruk van de schoonheid van de gletsjers, dat hij anderen ook de kans wou bieden ze te bewonderen; het begin van het toerisme in de streek. Langs dat pad gaan we naar boven tot de eerste hut op 745 meter boven het water waar Ossian ligt.



Van hier hebben we ook een prachtig zicht op de gletsjer en de toppen errond.




Tijdens de afdaling kruisen we Marleen en Philippe, een sympathiek koppel uit Kortrijk, landgenoten die we gisteren ontmoet hebben. Zij stonden met hun busje bij onze ligplaats. Ze zijn op weg naar een hut bij de gletsjer op 1400 meter, vanwaar ze morgen met een gids de gletsjer gaan oversteken.

Het gletsjermeer ziet er met zijn groene water behoorlijk mysterieus uit. 100 jaar geleden kwam de gletsjer bijna tot aan het water, nu heeft hij zich ver teruggetrokken, en de laatste jaren smelt hij zienderogen sneller.




Als beloning voor wat toch wel een pittige wandeling was, gaan we ’s avonds eten in de Hardanger Fjord Lodge, een prachtig klein hotelletje vlakbij onze ligplaats, dat sinds een paar maanden helemaal gerestaureerd en nieuw leven ingeblazen is en waar we op zeer sympathieke wijze onthaald worden. We eten buiten, en koesteren ons in de warmte van de avondzon.



Als ’s avonds de zon voor ons al achter de bergtoppen gezakt is, blijft de gletsjer nog lang nagloeien.

Prachtige foto’s… we kijken al uit naar een
avond met reisverslag ?
Kijk dat is nu mooi: van ons met
prachtige foto’s en een reisverslag
te laten meegenieten van de reis.
Vanuit de luie zetel 😉
In Wenen verwachten we morgen 35
graden en dan is wat koeler
comfortabeler.